We gaan barbecueën maar welke wijn bij welk gerecht. We hebben wat algemene basisregels op een rij gezet.
Vlees van de barbecue verlangt steviger wijnen, bij voorkeur jong rood. Wijnen met veel fruit, aardig wat zuren en eiken gelagerd zijn de meest hittebestendige soorten. Keuze te over in alle prijsklassen: barbera, cabernet sauvignon, sangiovese, syrah (shiraz), tempranillo of zinfandel. Kip of tonijn (de biefstuk van de zee) hebben graag een koel glas gamay (bijvoorbeeld beaujolais) naast zich.
Wit is de aangewezen kandidaat. Eentje die ook als aperitief smaakt. Gewoonlijk duurt het altijd immers wel even voordat het vuur ‘goed’ is. Neem daarom een fris en dorstlessend type. Te houterig, te vet, te rond en/of te mollig. Daar houdt buitenvis niet van.
Gegrilde groenten zijn dankbaar als u ze een strakke rosé schenkt met veel fruit. Niet te zoet, lekker kruidig. Met name rosés uit Zuid-Frankrijk voldoen aan dit daderprofiel.
Voor alle wijnen geldt: oppassen met citroen voor dressings en barbecuesaus. Het zuur van de een en het zoet van de ander maken in wijnland weinig vrienden. Gebruik in plaats van azijn de witte wijn die u gaat schenken als ‘zuurmaker’. (Te veel) zout krijgt op zijn beurt weer ruzie met eikenhout.