Denken we aan het zuiden van Frankrijk dan doemt voor ons geestesoog al snel de Mediterrannée zo blauw, zo blauw op, ruiken we de geur van tijm en rozemarijn en zien we ons zelf zitten op een zonovergoten terras. Een glas wijn binnen handbereik, dat spreekt. Veelal rosé of wit. En vooruit, ’s avonds omdat we bij caravan, tent of vakantiehuis gaan barbecueën een glas rood. Overigens is het dan verre van ondenkbaar dat de wijn die we drinken uit Languedoc-Roussillon komt, in wijnland beter bekend onder zijn artiestennaam Pays d’Oc IGP.
Als ik zelf aan het zonnige zuiden denk, beland ik hoe dan ook altijd op de afslag memory lane. Dan ben ik in no time weer bij het wijnboertje vlakbij de camping waar ik begin jaren zeventig bivakkeerde. Destijds nam hij het met de kwaliteit niet zo nauw. Hij leverde zijn druiven voornamelijk aan coöperaties die voor kwantiteit betaalden en niet voor kwaliteit. De regio stond bekend om bulkwijn: ‘veel voor weinig’. Hoe dan ook, ik haalde bij hem een jerrycannetje wit, rosé en rood en daar kwamen we de vakantie wel mee door.
Jaren later ben ik er weer eens terug geweest. En het boertje had een metamorfose ondergaan. Al zag ik nog gelijkenissen: zijn fils, zoon had het overgenomen. En wat hij maakte was bepaald niet vies. Hij had namelijk heel andere plannen dan zijn père. Zo had hij nieuwe inzichten opgedaan via wijnstages. Daarbij had hij geïnvesteerd in nieuwe apparatuur. Mede mogelijk gemaakt door de Franse overheid die op tijd inzag dat kwaliteitswijnen in de toekomst het verschil zouden gaan maken. Hij kreeg adviezen welke van de toegestane 58 druiven het beste gedijden. En hield zich aan de regels vastgesteld over maakmethodes. Aldus kon er ook een Pays d’Oc IGP keurmerk in het leven geroepen worden waaraan de liefhebber tegenwoordig zo’n wijn in een oogopslag kan herkennen. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Inmiddels is Pays d’Oc IGP marktleider in de export van Franse wijnen en de Franse leider in kwaliteitswijnen. Met Nederland als een van de grootste fans: 20 procent van alle Franse wijnen in ons land hebben Pays d’Oc IGP op het etiket staan. En ze waren niet de enigen: iedere seconde worden er op de wereld 24 flessen Pays d’Oc IGP verkocht. En, het hele jaar door. Want wijnen waar de zon in schijnt, vallen juist ook in de winter bijzonder in de smaak.
Bladerend in de recepten-rolodex die ook in mijn hoofd zit, vond ik daar bij bijvoorbeeld Pays d’Oc IGP syrah lam met knoflook, tijm en gedroogde herbes de Provence. Rode Pays d’Oc IGP blends trof ik aan bij cassoulet, al dan niet met eend, gans, varken of worst. En cabernet sauvignon is ook al zo’n winterklant. Serveer ‘m rustig lamsbout, fazant, kwartel of parelhoen. Blieft ie ook groenten of peulvruchten? Nou en of. Linzen, paddenstoelen met knoflook en aubergineschotels… Kom maar op. En een zonnige merlot dan? Stoofschotels, of zo’n feestelijke rosbief die zo fijn op de kerstdis staat. Daartegen zegt zo’n Pays d’Oc IGP volmondig ‘Oc!’, het oude Occitaans voor ‘ja’.
Maar zegt ie ook ‘Oc’ tegen wit? Zeker. Chardonnay. Varkensvriend. Kippenkenner. Zalmsympathisant. Op eiken opgevoed (voor wat extra body in de winter) combineert deze fijn bij kippenleverpaté, risotto met paddestoelen, en voor wie echt uitpakt bij gegrilde kreeft. Viognier is momenteel ook liefdevol omarmd door menig wijnboer in de regio. Dank u. Want o zo fijn bij gamba’s en heilbot dan wel bij salade riche. En zo’n zuidelijke rosé dan? Sowieso is deze kleur ook niet meer zomergebonden en drinken we dat al jaren het hele jaar door. Maar zo’n Pays d’Oc IGP uitvoering doet het ongelooflijk goed bij eendenborst, een kippetje met paddenstoelen en kapucijners met spek en uien.
Vergeten we dan niet wat? Ja, natuurlijk, 58 druiven hè…Maar ik zou zeggen, ga eens even lekker op avontuur aan je eigen eettafel. Daar heb je nog de hele winter voor.
Harold Hamersma