Volgens een reportage van National Geographic herontdekken wijnboeren over de hele wereld een oude - en zeer klimaatvriendelijke - druivensoort, misón genaamd. Deze druif variëteit schijnt meer dan 500 jaar geleden door Spaanse missionarissen naar Noord-Amerika gebracht te zijn en is ongelooflijk veerkrachtig. Misón, nu geteeld in experimentele wijngaarden, heeft bewezen enorm goed te gedijen onder het veranderende klimaat, juist bij uiterst droge omstandigheden en hittegolven waar zoveel populaire variëteiten veel moeite mee hebben.
Wijnmaker Aldo Quesada in Viñas del Tigre in Baja California, Mexico, vertelt hoe zijn rijen tempranillo-druiven, die hij vijf maanden lang twee keer per week water gaf, vorig jaar slechts "een paar bloedarme trossen" opleverden. In schril contrast hiermee gaf hij zijn misón-wijnstokken het hele jaar slechts vijf keer water en 'had hij nog genoeg om een hele houten pers te vullen'. Quesada benadrukt hoe “dit het thema van klimaatverandering is. We moeten leren om minder te gebruiken of meer dingen te maken met dezelfde hoeveelheid.”