Oostenrijks en Zwitsers voor PINOT NOIR.
De mooiste afsluiting van een week druiven plukken in de BOURGOGNE is toch wel een ochtend oogsten in GRAND CRU CHAMBERTIN Clos de Bèze. Meer dan tweeduizend jaar geleden plantten de Romeinen hier de eerste wijnranken, en ook toen al was de druif van rode bourgogne pinot noir. In 630 gaf hertog Amalgaire een stuk land aan de abdij van Bèze. De Clos de Bèze. (Een clos is een ommuurd stuk land.) Het verhaal gaat dat in die tijd een boer met de naam Bertin de wijngaard ernaast bezat, die ook prachtige wijn gaf. De akker van Bertin: Campus Bertini in het Latijn, Champ de Bertin in het Frans, en na eeuwen wijndrinken: Chambertin.
Van Chambertin wordt gezegd dat het de meest volledige wijn geeft van Bourgogne, dat chambertin iets van alle andere grands cru’s heeft. Verfijning en kracht, rondheid en elegantie, een opsomming, een totaal van alles wat grote bourgogne maakt. Kortom, ook na een week plukken in Pommard, Savigny, Ladoix en Auxey-Duresses voor Domaine Maréchal, sta je met plezier om zes uur op om nog een ochtend voor Domaine Prieuré-Roch in de grand cru Chambertin Clos de Bèze druiven te knippen.
Buiten Bourgogne groeit pinot noir zo ongeveer overal. Je moet wel even zoeken, want pinot noir is een lastpost. In tegenstelling tot z’n familielid van de witte bourgognes, CHARDONNAY, voelt hij zich bijna nergens thuis. Hij groeit en bloeit, je kunt wijn van de druiven maken, maar dat het nou wat van bourgogne heeft, nee. Iets wat overigens in Bourgogne zelf ook nog steeds veel voorkomt. De ware bourgogne is zeldzaam.
In Bourgogne ligt de fout bij de maker: wie te hoge opbrengsten wil, kan het verder wel vergeten. ‘SNOEIEN, snoeien en nog eens snoeien, dat is het geheim van goede bourgogne!’ Wie minder ijverig knipt in het vroege voorjaar, oogst meer in de herfst: meer flessen om te verkopen! Het waterige sap moet nog wel even opgepept. Schep suiker tijdens de gisting voor meer alcohol, scheut zuidelijke foezelwijn voor wat meer kleur. Het gebeurt gelukkig steeds minder, maar generaties zijn katerig het graf ingegaan met het idee dat bourgogne vol en zwaar was.
De ware pinot noir is helder van kleur en subtiel van geur en smaak. En juist omdat het allemaal zo subtiel is, geeft pinot zo mooi het terroir weer, de wijngaard waar hij groeit. Proef maar bij een goede wijnboer. Alle bourgognes zijn op dezelfde manier gemaakt en toch smaakt elke wijn anders. Je proeft dat ’t familie is, maar je proeft ook de verschillen. Net zoals broertjes en zusjes duidelijk familie zijn, maar toch ieder hun eigen karakter hebben. Bourgogneboeren zeggen dan ook nooit dat ze ‘pinot noir’ maken: ze maken ladoix, savigny, vosne, chambertin…