Druif: blaufränkisch

The New York Times schreef ooit dat niets de Amerikaanse wijnliefhebber zo benauwt als een umlaut. Nu zijn wij hier op het Oude Continent wat onverschrokkener. We fietsen zonder mal helmpje, vrezen geen rauwmelkse stinkkaas en durven wijn te drinken ook nog. Zelfs die met puntjes boven een klinkertje. Hoewel... Schenk onverhoeds blaufränkisch en het bezoek deinst toch even terug. Niet ver. Want die geur! Die smaak! Frambozen aan de struik, herfstzon in de lucht, een boer die heel lekker hout in de fik steekt. Wat is dat voor wijn, met die umlaut, en schenk nog eens bij, bitte? Blaufränkisch heet de druif en je kunt er rode wijn van maken waar je heel blij van wordt en nooit meer bang.

Bij OOSTENRIJK denkt men meestal aan witte wijn – als je tenminste niet meer aan Sachertorte of walsen of de Spaanse rijschool in Wenen denkt. Niettemin, in Mittelburgenland wordt voornamelijk rode wijn gemaakt. De belangrijkste druivensoort voor die tachtig procent wijn die rood is, heet blaufränkisch – Blaufränkischland heet het hier dan ook wel.

Hoe het druiftechnisch zit met die blaufränkisch wordt in de boeken niet heel duidelijk beschreven, wat betekent dat niemand het weet. Er wordt gezegd dat het al ver voor de Middeleeuwen de gewoonte was om druivensoorten te verdelen in fränkische en de rest. De fränkische was de naam voor de beste soorten, de druiven die uit het Frankische Rijk kwamen. Het is het soort vaagheid waar historici woest van worden. ‘Ver voor de Middeleeuwen’: de een laat de Middeleeuwen in 500 beginnen, de ander in 1000 – met opties voor alle jaartallen daartussenin. En het Frankische Rijk varieerde in de loop der tijden van niet meer dan een stukje BELGIË en Noord-FRANKRIJK tot bijna heel Europa toen Karel de Grote de baas was. Hoe dan ook, de fränkische druiven waren beter dan de andere, en we hopen maar dat iemand ooit eens een paar jaar de tijd neemt om uit te zoeken welke druivensoorten dat waren.

Inmiddels heet blaufränkisch in Hongarije kékfrankos, in Tsjechoslowakije frankovka, en franconia in Friuli in Noordoost-ITALIË. Dat klinkt samenhangend. Duitsers daarentegen noemen ’m limberger, en Bulgaren gamé. In Kroatië zeggen ze borgonja. Jarenlang heeft men dan ook gedacht dat de blaufränkisch eigenlijk een GAMAY is. Nee, zeiden anderen, het is een plaatselijk pseudoniem van SYRAH, of van MONDEUSE NOIRE. Tsja. Alsof die twee een en dezelfde zijn. Ze zijn in ieder geval volstrekt anders dan gamay.

Dat blaufränkisch voor gamay werd aangezien, kwam doordat beide druivensoorten bijna dezelfde bladvorm hebben. Maar zodra je het proeft, besef je dat hetzelfde blad wat anders is dan dezelfde smaak. Nu zie en ruik je hier noch veel blaufränkisch noch vaak mondeuse, maar dat-ie mensen aan mondeuse doet denken snap ik wel. Hoewel-ie ook wat kan hebben van BARBERA of CABERNET FRANC. Zeker is wel inmiddels dat hij tot de PINOT/GOUAIS-familie behoort, en daarmee ook familie is van gamay.

Kortom, niemand weet het. Als de blaufränkisch een mens was geweest, had hij in therapie gemoeten omdat iedereen ’m voor iemand anders houdt en hij het zelf ook niet meer weet. Wel bekend: kan prima zijn, vol sappig donker fruit, kruiden, vleug tabak, en met een mooi hapje tannine.

Nicolaas Klei - Wijnwijs van A tot Z

Bekijk hier de goed scorende 'blaufränkisch' wijnen.

Sluiten ×

Schrijf je in voor de Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de laatste top 5, actuele supermarkt vondsten, aanbiedingen en favorieten van De Grote Hamersma! Met informatie, trends en tips over de beste wijnen op de Nederlandse schappen.