Bonarda. Dat is nou een druivensoort waardoor je bijna zou gaan wensen dat alle wijngaarden overzichtelijk met CABERNET SAUVIGNON waren begroeid. Want er zijn twee echte bonarda’s, bekend onder verschillende namen, plus nog een onduidelijk aantal andere die soms wel en soms niet volstrekt andere druiven blijken te zijn.
Zoals de bonarda uit OLTREPÒ PAVESE en Colli Piacentini, wijngebieden in respectievelijk Lombardije en Emilia Romagna, beide in Noord-Italië. Niet bepaald algemeen bekend, en dat is ook niet erg, want de bonarda hier is niet altijd bonarda, maar miskende croatina. Of crovatina nera. Of een ondervariëteit van de croatina de l’oltrepò. De OXFORD weet het anders dan GALET, en Galet schrijft wat neerbuigend ‘dat het volgens Italiaanse AMPELOGRAFEN zus en zo zit’.
Bonarda nummer twee wordt voluit bonarda novarese, di gattinara of di cavaglia genoemd, komt voor in spanna, een onbekend achterneefje van de beroemde barolowijn, en is eigenlijk de UVA RARA.
Ten slotte de echte bonarda. De bonarda piemontese, een lekker geurende druif die weinig wordt gebruikt omdat de trosjes klein en de RENDEMENTEN laag zijn.
Nu dacht u dat we er waren. Maar dan heeft u buiten Argentinië gerekend. Daar hebben ze zes keer zoveel bonarda als in Noord-Italië. Alleen is de Argentijnse bonarda helemaal geen bonarda, maar de druivensoort die ze in Californië CHARBONO noemen. En de charbono is waarschijnlijk dolcetto. Gelukkig komt de dolcetto uit Piëmonte, zodat we toch nog een beetje rond zijn. Tot in 2008 vastgesteld werd dat het allemaal kul is en dat de ‘Argentijnse bonarda’ in feite DOUCE NOIR is.