Rode druif van Rioja, volgens JANCIS ROBINSON in haar boek Vines, Grapes and Wines voortreffelijk, delicaat, aromatisch, krachtig geurend. Alleen, de opbrengst is gering, de druiven rijpen laat en zijn vatbaar voor ziekten. Veel graciano is zodoende gerooid. Gelukkig wordt er hier en daar weer wat van aangeplant in RIOJA en NAVARRA. Je ziet ’m zelden puur, maar de graciano die ik ooit proefde bij evena was heerlijk. evena is het oenologisch instituut waar ze sinds 1981 elk jaar 80.000 kilo druiven uit heel Navarra ontvangen om er in microvinificaties alle mogelijke soorten wijn van te maken. Dus ook een wijn van louter graciano. Of beter twee. Eerst eentje met te veel HOUT, daarna een die alleen maar roestvrij staal had gezien. Kersenachtig fruit, pit, karakter, lengte. Mmm. Jammer: een experiment, de wijn was nog niet in de handel. Maar wie weet, zei men.
Inmiddels worden de kwaliteiten van graciano her en der gewaardeerd, en kom je ’m meer en meer tegen, in wijngaard en in fles.
In FRANKRIJK kent een enkeling ’m ook en noemt ’m dan morrastel. Even dacht men dat graciano en MONASTRELL verwant waren, maar zelfs dna-profesoren kunnen zich vergissen: in dit geval tussen moristell (graciano) en monatrell (MOURVÈDRE). Wat dat betreft gelukkig dat-ie in ZUID-FRANKRIJK sinds halverwege de negentiende eeuw sterk in populariteit is gedaald (door die lage RENDEMENTEN). Henri Bouschet, zie ALICANTE HENRI BOUSCHET, kwam namelijk aanzetten met een kruising van graciano en petit bouschet. Druif van niks, maar wel lekker veel opbrengst.