Grillo? Nee, dat is niet de naam die de traiterette heeft verzonnen voor hun witte Italiaanse wijn die zo goed bij de barbecue past met z’n volle sappige CHARDONNAY-achtige fruit. Goed gekruid met tijm, rozemarijn en aanverwant zonnig gedoe. Grillo, dat is een druif. Heel goed, lezer daar achteraan die altijd zo wijsneuzerig z’n vinger opsteekt en daarna zo weerzinwekkend zelfvoldaan met de armen over elkaar rondkijkt of iedereen wel heeft gezien hoe knap hij is. Een druif uit SICILIË. De boeken vertellen dat er maar weinig grillo groeit op Sicilië, en dat het een druif is waar je goede wijn van kan maken. Klopt. Vraag maar aan de traiterette. Vrolijke afdronk, ook nog. Zeker als we eerst even proberen die lezer daar achteraan door de al vijf maanden niet gereinigde publieke heren-wc te spoelen. ‘Net PINOT GRIGIO, maar dan lekker,’ meldt een sympathiekere innemer. Kijk. Klopt. Het zachte fruit, maar met meer pit en zonneschijn. Strakdroog, maar niet té. Geuren van natuur en buitenlucht, van zon en zee. Geuren van Sicilië. Het Sicilië van rozemarijn, tijm, olijven, venkel, zonnige stranden met gegrilde sardientjes…