Rubin is een kruising tussen Nebbiolo en Syrah en werd in 1944 gecreëerd in het Instituut voor Wijnbouw en Oenologie in Pleven, Bulgarije. Pas in de jaren 50 is Rubin populairder geworden en op een bredere schaal geteeld, met name in het Plovdiv-gebied en later in het hele land.
Een Rubintros is middelgroot, conisch en semi-compact tot compact. De druif is klein, bolvormig, blauwachtig zwart met dunne schil. De Rubin-druif rijpt rond september en is slecht bestand tegen lage temperaturen. De nauwkeurige timing van de oogst van de Rubin-druiven is van het grootste belang omdat de druiven snel suikers verzamelen, maar tegelijkertijd ook relatief snel zuurgraad verliezen. Rubin-druiven ontwikkelen zich goed op heuvelachtige terreinen met diepe bodems.
Zoals de naam al doet vermoeden, hebben wijnen van Rubin een diepe robijnrode kleur en het typische aroma van bessen. De wijnen kunnen zowel jong als gerijpt worden gedronken. Wanneer Rubin-wijnen rijpen, worden hun tannines gladder en verbetert de smaak, terwijl de versheid behouden blijft. Rubin-wijnen zijn enorm populair geworden op de Bulgaarse markt en lijken de favoriete lokale variëteit te worden, meer nog dan Mavrud. Misschien heeft dit sommige wijnmakerijen ertoe aangezet om melanges van Mavrud en Rubin te produceren en op die manier de strijd om lokale suprematie op een gelijkspel te brengen. Deze melanges halen het beste uit de twee lokale druivensoorten en zijn inderdaad een interessante ervaring voor het palet van elke wijnliefhebber.