Ooit bediende de malbecdruif zich van vele aliassen. In de Loire noemen de wijnboeren ‘m ‘cot’ of ‘côt’. In Cahors gaat hij als ‘auxerrois’ door het leven. Maar de andere schuilnamen waar de malbec zich achter verstopte, zoals pressac, pied rouge, jacobain en grifforin, zijn langzaam aan het vervagen.
En dat geldt overigens ook voor de populariteit van het Franse rood waar de malbec voor tekent. Begrijpelijk. Vaak wordt de druif beschreven als een soort merlot, maar dan lomper en bonkiger. Voorts is de malbec gevoelig voor malheur: een schimmelinfectie heeft ie zo te pakken. En aan spontaan rijp worden heeft ie een broertje dood.
Nu is het zo dat de druif zich eigenlijk ook alleen thuis voelt in een warm en droog klimaat. Waarom er sowieso nog een actieve fanclub van producenten in de noordelijk gelegen Loire actief is, is daarom een legitieme vraag. Over wat ze er überhaupt ooit in het koude, regenachtige Bordeaux in hebben gezien, kun je je eveneens verbazen.
En omdat het aankondigen van warmte en droogte ook in het zuidelijkere Cahors niet tot het standaardrepertoire van de lokale Erwin Krol hoort, blijft ook daar de druif nukkig. Kortom, Franse malbec levert veelal geen wijn op waar velen reikhalzend naar uitkijken.
Hoe anders is dat elders op deze aardbol, in Argentinië. In 2006 heb ik al eens in Het Parool geschreven over Nicolás Catena, een wijnmaker uit Mendoza die toen voor het eerst Nederland aandeed. Catena wordt zowel nationaal als internationaal gezien als dé malbec-ambassadeur.
Een pionier die de druif een nieuwe carrière schonk als premiumwijn, nadat deze het in zijn honderdvijftig jaar lange Argentijnse loopbaan nooit verder had geschopt dan een bijrol in tafelwijn. Catena zag echter meer in de malbec, zond ‘m op hoogtestage in de Andes en ontdekte dat onder andere de intensiteit van het zonlicht in de hooggelegen wijngaarden (1200-1500 meter) meehielp om tot heerlijke resultaten te komen. Malbec rijpte er fraai.
En zijn anders vaak zo mopperige tannines ontwikkelden er zelfs een zonnig humeur. Aldus werd de malbec gepromoveerd tot Argentinië’s nationale druif. Met fans over de hele wereld. Die houden van lekkere, sappige wijnen met veel zwart en rood fruit, flink wat specerijen, vaak met een zacht mondgevoel.