Bestaat er dan niet zoiets als een autochtone Argentijnse witte druif? Jazeker. Een heel lekkere zelfs, torrontés heet ie. Maar het is niet de allermakkelijkste klant is. Ik heb er al veel ‘plakwerkjes’ van geproefd. Te zoet, te rijk, te ééndimensionaal. Maar mits goed gemaakt dan trakteert de torrontés de wijndrinker op een onvergelijkbaar geur- en smaakbombardementje, waarin perzik, lychees, gember, peer, honing, druiven, kokos en banaantjes over elkaar heen tuimelen.
Een heerlijk alternatief voor wijndrinkers die de meeste Elzassers wat te zoet vinden. Want een kruising tussen muscat, pinot gris en gewurztraminer, maar dan puntiger en frisser. Heerlijke aperitiefwijn. Fijn bij zoet-pittige kipgerechten. En fantastisch bij zo’n ouderwets lekkere meloen met rauwe ham serveert.
Oorspronkelijk Spaanse witte druif uit Galicië. Of beter gezegd druiven, want GALET noemt er vier. De Spaanse heet torrontés zonder meer. Op welke manier de torrontés zonder meer aan die van ARGENTINIË verwant is, is niet helemaal duidelijk. Eén ding is vreemd genoeg wel duidelijk: hoe overdonderend torrontés ook naar MUSCAT kan ruiken, hij is geen familie.