Tijdens serieuze proeverijen hoor ik het regelmatig: ‘Deze wijn heeft echt terroir.’ De wijnmaker die zulks op zijn geweten heeft: een ‘terroirist’. Ik zou het woord niet op Schiphol bezigen als u aan het inchecken bent. Voor u het weet wordt uw vlucht een enkele reis Guantanamo Bay.
Maar goed: terroir. Niet veel meer dan een inflatoire term waarmee enorm wordt gekoketteerd, vooral als er kostbare of bijzondere wijnen op de proeftafel staan.
En het klinkt misschien wel interessant, terroir is toch écht niets meer dan het natuurlijke milieu waarin de wijnstok mag bloeien en groeien. De combinatie van grond, klimaat en zonuren.
Daarom heeft ook de meest goedkope slobberwijn terroir. Het terroir van oneindig laagland, plastic irrigatieslangen, kunstmest en gecultiveerde gisten.