Een lange nachtelijke wandeling, dikke wollen sokken en een knisperend haardvuurtje. Zo ziet mijn tweede nacht bij château Palmer eruit. Het ontbreekt hem alleen nog een aan een goede fles wijn, knappe man en gitaar, helaas zit dat er niet in. Er is geen romantiek te bekennen en iedereen staat gespannen toe te kijken hoe we hopelijk een zestal hectare beschermd hebben tegen de eerste voorjaarsvorst van het jaar. Gisteren, op m’n eerste stagedag, werd ik meteen toegevoegd aan de groepsapp ‘Equippe Grand Froid 2023’ en reed het eerste met vuurpotten gevulde busje voor. Nou dan weet je het wel. Welkom op je nieuwe stage.
Het is een uur of negen en ik probeer geforceerd in slaap te vallen. In praktijk zijn we er klaar voor. Maar of ik er mentaal op voorbereid ben om een nacht door te trekken, dat moet gaan blijken. Ik doe een klein schietgebedje en hoop voor de wijnstokken, en een beetje voor mezelf, dat de nachtvorst uitblijft. Wanneer de temperatuur rond de 0,5 °C komt gaan de alarmbellen af en moeten we op pad. De wijngaard Boulibranne is de verantwoordelijkheid van mijn groep. Ik zet het geluid op m’n telefoon eens extra hard en begin met schaapjes tellen.
De eerste nacht bleef het warm genoeg, maar een dag later was het wel raak. Om 03.21 uur schieten de temperaturen te ver onder nul en worden we opgetrommeld. De avond ervoor had ik alles voorbereid: lang thermo ondergoed, twee dikke truien, winterjas, handschoenen, een dubbel paar sokken en skimuts. Waar ik niet op was voorbereid is dat ik niet wakker zou worden van het groepsapp alarm. M’n huisgenoot moest me letterlijk het bed uit trekken. Normaal gesproken ben ik een enorme snoozer, maar nu wist ik binnen drie minuten paraat te staan. Trillend van instant-adrenaline zoek ik naar m’n gasbrander en hoofdlamp, je suis prêt!
Bij de auto beseffen we dat die ruit natuurlijk ook bevroren is. Rookie mistake, mental note: antivries scherm kopen. Ik laat m’n vervroegde ochtendhumeur los op de voorruit en begin verwoed te krabben. Eenmaal schoon geschraapt rijden we angstvallig, met compleet beslagen ramen, over de donkere landelijke weggetjes zoekend naar de juiste wijngaard. Eenmaal aangekomen kijken we onze ogen uit. Een groot deel van de kleine vuurpotten zijn al aangestoken en het is een magisch gezicht. Het voelt onwerkelijk, een heldere hemel, volle maan, en zo’n 300 kleine kampvuurtjes per hectare die de oogst voor dit jaar moeten gaan beschermen. Gewapend met de kleine gasbranders lopen we de resterende kaarsen af. We ‘genieten’ (het voelt zo tegenstrijdig) nog even van het beeld en keren weer terug naar huis. Tegen half vijf liggen we weer in ons bed. M’n hoofd tolt nog van alle indrukken. Was het echt nodig? Zou het geholpen hebben? Hoeveel van dit soort nachten gaan er nog komen? We gaan het zien…
Drie uur later begint de dag alweer. Tot mijn verbazing lijkt iedereen erg relaxt, de weersvoorspellingen worden regelmatig gecheckt, maar verder is het vrij ontspannen. Jaarlijks maakt voorjaarsvorst vele procenten potentiële oogst kapot. Vorige week zijn in de meeste wijngaarden de knoppen uitgelopen en veranderd van hard en weerbarstig naar zacht en heldergroen. Deze toekomstige groene tak vol met sappige druiven kan er zo in een nachtje afvriezen. We maken de balans op. Boulibranne is ongedeerd gebleven, dus ons werk is gelukkig niet voor niets geweest. Een andere wijngaard die we niet beschermd hadden heeft wel veel vorstschade. Die hadden we even niet aan zien komen. Een groot deel van de knoppen zijn van fluffy, stevig en heldergroen veranderd naar grauwig met een slappe kern en crispy mini blaadjes. Je tikt ze zo van de druivenstok af. Het voelt onwerkelijk en heel definitief.
Tot half mei is er nog kans op nachtvorst, hoe later in het seizoen, hoe meer schade het zal aanrichten. Dus fingers crossed dat m’n komende nachtelijke uitstapjes niets te maken hebben met temperaturen onder nul. Hopelijk meer in de categorie wijn, knappe mannen en gitaren bij het kampvuur. Beter voor iedereen toch?!
À bientôt!
Rianne