Het leven met uitzicht op de wijngaarden en wonen op een château is natuurlijk een droom die werkelijkheid wordt. Maar voor die werkelijkheid moet keihard gebikkeld worden. Bloed, zweet en tranen zijn niet overdreven als je wil weten hoe het is om in een wijnbedrijf te werken. Naast alle pracht en praal gaat niet alles van het leien château dakje. Het woord impeccable komt dan ook regelmatig voorbij. Taalkundig kan je het vertalen naar ‘perfect’ of ‘voortreffelijk’. Maar Fransen gebruiken het meer in sarcastische vorm. Stel het je voor als een soort van gefrustreerde, klagende of moedeloze ‘suuuuuuu-per’. Typisch Frans zullen we maar zeggen.
Sinds kort begint de werkdag al om 06.30u om de hitte in de middag te ontwijken. Een perfecte oplossing voor alle hardwerkende vignerons die met 30 graden en brandende zon voor de groeiende wijnstokken zorgen. Misschien had het ook iets te maken met de oververhitte stagiaires die aan het eind van de dag binnen strompelen met de vellen op hun schouders. Ik overweeg mijn kleine bob hoedje in te ruilen voor een enorme sombrero, want schaduw is er niet bij hier in de Médoc. Elke avond als ik thuiskom kijk ik trots naar mijn ‘bronzée’ huidje, denkend strandklaar te zijn. Tot ik mijn shirt uittrek en er een lichtgevend wit shirtje op mijn lijf blijft staan. Impeccable.
Mijn geliefde perceeltje grenst aan de tuin van een 80 jaar oude buurman. François heet hij, hoe kan het ook anders. Samen drinken we een bakkie half slappe oploskoffie voordat we beiden aan het werk gaan in onze tuintjes. De kudde schapen die naast ons het gras staat kort te wieken zorgen voor een Instagram waardig tafereel. Binnen no-time bleken er drie lammetjes ontsnapt. Twee andere schapen waren compleet verstrengeld in het draden netwerk en een oude bok keek me zo dreigend aan dat ik er bijna bang van werd. Als een stel hysterische, klungelige tieners probeerden François en ik de lammetjes van de straat te houden. Zonder succes uiteraard. Mijn telefoon om de herder te bellen lag nog een eindje verderop in m’n tas. Impeccable.
Inmiddels is het seizoen in volle gang en ben ik veel in la bordel te vinden. De wijnstokken groeien als kool en de meeldauw verspreidt zich als een malle. Meeldauw is zo’n beetje het meest gevreesde en daarnaast de meest voorkomende wijngaardziekte. Kleine plekken schimmel verzamelen zich op de onderkant van de bladeren en op de druiventrossen in wording. Wekenlang kon ik trots zeggen dat er in mijn wijngaard geen meeldauw te vinden was. Zal het dan toch komen door dat beetje extra liefde wat ik erin stop? Ze hadden me er al voor gewaarschuwd, het is een broeinest van ellende. En ja hoor, het is raak. Dat betekent de komende weken heel veel tellen en monitoren. Impeccable. Elke keer als het geregend heeft moet ik een dag later weer poolshoogte nemen. Geloof mij, 1-10 in het Frans zit er stevig ingeprent.
Zo goed en kwaad als het gaat proberen we de wijngaarden te beschermen met door middel van het sprayen van de welbekende ‘bordelaise pap’. Wanneer er gesprayd wordt mag je 6-24 uur lang niet meer de wijngaard in. Vanuit mijn ooghoek zie ik een tractor om de hoek komen. Ik kijk op de weersvoorspelling en besef me dat ik vandaag niets af ga krijgen van mijn ellenlange to do list voor la bordel. Impec, denk ik met een zucht. Man wat ben ik ingeburgerd na 9 maanden. De nog net niet bloedende blaren op mijn handen daarentegen zijn dankbaar. François geeft me een wijs ‘het komt allemaal wel goed meisje’-knikje en zijn vrouw wenkt me voor een stuk huisgemaakte taart. Elk nadeel heeft z’n voordeel zullen we maar zeggen. Is dat dan weer typisch Nederlands?
À bientôt!
Rianne