Voor een bliksembezoek van welgeteld zesendertig uur was ik vorig weekend in Amsterdam. De leden van Pessac-Léognan appellatie waren uitgenodigd voor een proeverij georganiseerd door de “commanderie de Bordeaux aux Pays-Bas”. De commerciële man van château Couhins was verhinderd, dus er moest een alternatief komen. Verder spreekt er niemand vloeiend Engels, dus ik was de perfecte invaller. Zeker aangezien ik ook een aardig woordje Nederlands spreek. Avec plaisir uiteraard. Dus daar ging ik, gala outfit in de tas en hop dat vliegtuig in.
De commanderie is een wijnclub voor liefhebbers van Bordeaux waar je aan voorgedragen moet worden. Over de hele wereld vind je deze officiële commanderie gezelschappen. Het kost zo’n anderhalf jaar voordat je, wanneer je waardig wordt geacht, lid mag worden. De commanderie houdt eeuwen oude ceremonies uit Bordeaux in ere, netwerkt onder het genot van een goed glas Bordeaux en heeft de intentie om de regio onder de aandacht te brengen bij de jonge generatie. Van oudsher was dit een gezelschap van welgestelde, grijzende, mannen die decadente wijnen met elkaar deelden. Tegenwoordig proberen ze steeds meer vrouwen en jongeren aan te trekken om van het stoffige imago af te komen. Dit weekend stond Pessac-Léognan in de spotlight en werden we ondergedompeld in de cultuur van de commanderie.
Tradities zijn er om in ere gehouden te worden, daar ben ik van overtuigd. Maar wat ik dit weekend toch heb meegemaakt brak mijn Hollandse klomp. Na een speech van minimaal zes kantjes werd een nieuw lid verwelkomt in de club. De nieuwste commanderie-telg kreeg een mantel omgeslagen, wat me deed denken aan die van de kerstman. Hij kreeg een traditionele commanderie ‘medaille’ werd omgehangen. Een heus zwaard werd tevoorschijn gehaald en een soort van ridder-achtige ceremonie begon. Ik wist niet wat ik zag. De ceremonie werd bezegeld met enorme, goed gevulde, middeleeuwse wijnkelk die onder luid geklap en gebral van het hele gezelschap leeggedronken moest worden. Het was een bijzonder geheel. Maar goed, daar hebben we rituelen voor zullen we maar zeggen.
Het contrast met India later die week kon niet groter. Met het importbedrijf van mijn vrienden en vijf topsommeliers zijn we deze week afgereisd naar India. Prowein, de grootste trade fair voor wijn ter wereld. Normaal gesproken wordt het in Düsseldorf georganiseerd en nu sinds twee jaar ook kleinschalig in Mumbai. India is een spirits drinkend land waarbij om ‘gezondheidsredenen’ tegenwoordig steeds meer de voorkeur uitgaat naar wijn. Wijn valt in hun beleving dus onder ‘low alcohol beverage’. Wijnkennis is hier beperkt tot een klein groepje gepassioneerde mensen dat staat te trappelen om de Indiase wijn community te vergroten. Hier geen prestige of overdadigheid, het is meer bescheidenheid en nieuwsgierigheid voor wat de wereld te bieden heeft. Van mijn leven heb ik nog niet zulke gedreven en enthousiaste mensen gezien. Wijntradities staan hier in de kinderschoenen.
Eigenlijk hebben zowel de commanderie als de wijnmensen in India dezelfde intentie, zo veel mogelijk kwaliteitswijnen delen. Al is, in alle eerlijkheid, de situatie, uitvoering en attitude niet te vergelijken. Ongeacht in wat voor format je het gooit, wijn weet zoveel mensen in beweging te krijgen en culturen te verbinden. Volgende keer meer over de India-wijn-ervaring!
Á bientôt!
Rianne Ogink