Je leest DGH, dus je vindt wijn tof. Dan ga je ongetwijfeld ook regelmatig uit eten. Wanneer kreeg je voor het laatst een wijnkaart met een serieus aandeel rode Bordeaux? Dit decennium wel? Tenzij je graag naar een internationaal hotel met sterrenzaak gaat is die kans vrij klein. Zonde. Terwijl pakweg 25 jaar geleden een wijnkaart bestond uit Bordeaux, Bordeaux, Bordeaux, 3 Bourgognes, nog meer Bordeaux, een Rhône en als je een avontuurlijke sommelier had misschien een verdwaalde Chianti of Barolo. Maar nu in geen wijnvelden of wegen te bekennen.
Hoe kan dat nou? Waar is Bordeaux gebleven? Die mooie Bordeaux die je als geen andere wijn achterover in je luie stoel duwt en zegt: ontspan en geniet. Voor velen, zeker hen voor wie Hubrecht Duijker een van de twaalf apostelen is, de ultieme comfort wijn.
Harold schreef het hierboven al: Bordeaux heeft het stempel ‘duur’. Het heeft zelfs zijn eigen Histor kleurcode naast azuurblauw, parelwit en smaragdgroen. Producenten hebben jaren geteerd op een onaantastbare reputatie die uiteindelijk toch best tastbaar bleek. Flessen werden toch wel verkocht en dat ze eindigden in de virtuele kelders van hedgefondsen werd voor het gemak genegeerd.
Dat moet anders vinden sommige producenten. Bordeaux moet terug op tafel. Zelfs de grote namen willen dat hun wijnen weer gedronken worden. Daarom zijn er nu programma’s om de top namen direct van het château bij het restaurant te brengen tegen gunstige prijzen. Petrus is er bijvoorbeeld mee bezig. Op voorwaarde dat de kurk ook echt in het restaurant plopt en dat de prijzen beperkt blijven. Speculatieve maatpakken worden zo omzeild. Goedkoop zullen deze wijnen nooit worden, maar voor echte liefhebbers komen ze binnen bereik.
Ook liefhebber, maar meer dan twee decimalen voor de komma je te gortig? Gelukkig is er veel veranderd (klimaat, techniek, concurrentie) en wordt er ook echt betaalbare lekkere Bordeaux gemaakt. Hopelijk krijgen sommeliers dat ook snel door.
Job Seuren