Bij valpolicella denkt menigeen huiverend terug aan de jaren zeventig, toen er visnetten aan de pizzeriaplafonds hingen, en men fiascochianti schonk en roestige valpolicella.
Zeg echter ‘amarone’ en iedereen wordt blij. Terwijl dat ook valpolicella is, zij het een heel sjieke met extra’s.
Ripasso is weer wat anders: goede valpolicella wordt in het vat nog even te rusten gelegd op de droesem van amarone di valpolicella. Een zwoele, indrukwekkende rode wijn is het resultaat.
Soms wat geurend naar boerenjongens (de op rum ingelegde variant), zwaar en zwoel en machtig, soms, zoals hier, eleganter van stijl. Lichtvoetiger. Elegant. Joyeus.
En extra de nadruk leggend op zure kersen die heel even de braadpan hebben mogen beroeren om zich te presenteren als een warmbloedige verschijning met een klein opstaand bakrandje.