Lagrein. Eigenheimer-druif die louter zijn ding in het Italiaanse noorden wenst te doen en die ondanks de fijne setting lang, en lang niet altijd goedgehumeurd is. Kan bokkig, bonkig en ruw in de mond zijn. Lagrein-chagrijn.
Heeft deze geen last van. Tamme bessen, blauwe pruimen, zure kersen en sappige bitters. Veroorzaakt een glimlach. Die wordt nog groter als je er agnello con patate bij serveert, een gerecht dat ze er in Trentino ook graag naast zien. Mals lamsvlees wordt gestoofd in rode wijn (je weet welke) met kruiden, knoflook en uien. Geserveerd met zachte aardappelen plus een takje rozemarijn.