Bikavér: letterlijk 'stierenbloed'. Legendarische wijn uit Hongarije. De legende kan niet vaak genoeg worden verteld. Een groot Ottomaans leger werd in 1552 in Eger verslagen door een klein legertje lokale mannen, vrouwen en kinderen. Ze zaten in de kelders van de lokale burcht peentjes te zweten voordat er gestreden moest worden. Om de scherpe randjes er een beetje af te halen, dronken ze van de spanning de lokale rode wijn op. Dat leverde rode baarden op. Bij de mannen dan zullen we maar aannemen. Bovendien verloren ze door hun dronkenschap al hun gene en angst.
Om een lang verhaal kort te maken wonnen de Hongaren de slag en werd door het Ottomaanse leger beweerd dat de mannen met hun rode baarden waarschijnlijk stierenbloed hadden gedronken. Nog altijd wordt Bikavér onlosmakelijk gekoppeld aan het plaatsje Eger, waar ik vorig jaar de betreffende burcht aantrof. Maar wat blijkt: ook in de Zuid-Hongaarse regio Szekszárd mag Bikavér worden gemaakt.
Bikavér is tegenwoordig dan ook meer een benaming voor een specifieke blend. Net als bij Châteauneuf-du-Pape mag de wijnmaker gebruik maken van maar liefst 13 verschillende druiven. Daarin speelt kékfrankos bijna altijd de hoofdrol en wordt die bijgestaan door in dit geval kadarka, merlot en cabernet sauvignon.
Scoort hoger en is voordeliger dan de Niola van dezelfde wijnmaker, die van uitsluitend kékfrankos wordt gemaakt. Levert een procentje alcohol in, maar krijgt er levendigheid voor terug. Is vief. Alsof deze 2017 nu pas tot volledige wasdom komt. Funky, prettig en smakelijk sappig met pit. Gelaagd met viooltjes, een garrigue-achtige kruidigheid en zwarte bessen.
Komt aan tafel het beste tot zijn recht bij rood vlees. Stier geen bezwaar.