In Piemonte heb je de nieuwe school en de oude school. De vernieuwers en de behoudenden. Progressief of conservatief.
De behoudende wijnboeren blijven hun barolo’s en barbaresco’s maken volgens de aloude traditie. Lange houtopvoeding, wat resulteert in straffe wijnen met forse tannines. Lang te bewaren, maar vaak moet je ook wel heel lang wachten tot ze een beetje drinkbaar zijn, en gezellig soepel worden ze nooit.
De vernieuwers maken barolo’s met fruit. Niks mis mee, maar ze kunnen karakter missen. Barolo kan te streng zijn, maar we willen ook geen barolo als een beaujolais.
De gebroeders Revello weten het juiste midden te vinden. Deze nebbiolo uit de Langhe, zeg maar een landwijnbarolo, een streekwijn van de barolodruif maar net buiten de barolo- en barbaresco-appellations, is statig, heeft ferme tannines, is een wijn om in te bijten, maar heeft ook donker fruit, zachte rondingen en soepel sap. .