Solèr. Dialect in Veneto voor de zolder van de wijnboer. En daar bewaart-ie niet zijn oude slaapkamerkast of de urn met as van zijn grootmoeder. Druiven vinden we daar. Een handvol om precies te zijn. Lokale helden refosco en marzemino en internationals carmenère, merlot en cabernet sauvignon. Die worden daar op een droogje gelegd om uiteindelijk onze dorst te lessen. Ofschoon Solèr ook bijna op brood te smeren is. Zwartebessenconfiture, bramenjam en chocopasta en toch en toch en toch, ook die hoognodige zuren om de verfrissingsfactor in stelling te brengen. Verrassing: toch maar 12,5 procent.