Portugese wijn lijkt moeilijk, maar valt hier reuze mee. Want kijk, syrah kennen we, en die is ook duidelijk en lekker zonnig en peperig aanwezig, Aragonez klinkt onbekend maar is gewoon een schuilnaam van tempranillo, de druif van talloos veel sierlijk Spaans rood.
Castelão daarentegen is éen van de tientallen veel te onbekende inheemse Portugese druiven die je (bijna) nergens anders vindt. Heel oud (al genoemd in 1531) en Zuid-Portugees. Hij is het vast die zorgt voor die pittige kruidige ondertoon, iets notigs ook, bij het gulle fruit van syrah en tempranillo, en het geheel een heel eigen, Portugees karakter geeft.