Van vinhas velhas, oude wijnranken. Die zoals u weet in wijnland niet in een achterafkamertje of kangaroehut worden geparkeerd met een slabbetje om, maar fier met hun wortels dieper en dieper graven, en aan steeds minder druiven steeds meer smaak en karakter geven.
Maar terwijl in de mensenwereld de ouderdomsgrens steeds verder opgerekt wordt in verband met die geldverslindende pensioenen, mag je een wijnstok van elke leeftijd oud noemen als je dat goed vindt staan op het etiket.
Niet hier. Hier zijn ze oprecht oud. Meer dan vijftig jaar. En dat proef je. Over druif castelão is niet veel meer bekend dan dat hij al genoemd is in 1531 (en waarschijnlijk ook wel eerder, maar pas in 1531 schreef iemand het op een papiertje dat bewaard is gebleven) en Zuid-Portugees.
Inmiddels is hij overal in Portugal te vinden. Niet altijd met de beste resultaten. Pas met zorg en aandacht maak je er mooie wijn van. En met zorg en aandacht en oude stokken heel fijne wijn.
Denk aan gulle ouderwetse bordeaux met een hint van fraaie deftigdroge port. Doe daar wat vacantieherinneringen aan Portugal bij - zon, rotsgrond, kruiden in het wild - en proef ook die cacao en straffe espresso in de afdronk. Geniet. En vertel het niet verder, want als zo veel Portugese wijnen veel te goedkoop.