Prachtnaam, vonden wij altijd, appellation Bourgogne Grand Ordinaire. Je moet heel sjiek zijn om jezelf ordinair te durven noemen. En dan waren er ook nog wat producenten die er hun experimenten in kwijt konden die niet pasten in de hogere appellations. De ambtenaren van het Appellationbureau en de meer commercieel ingestelde producenten zagen dat anders, dus werd hetCoteaux Bourguignons, de Bourgondische heuvels. Klinkt een stuk sjieker, verkoopt beter.
Maar het is overigens nogal een ruim begrip. Beslaat de hele Bourgogne. Van Auxerre tot Beaujolais. En qua druivengebruik zijn de officiële instanties al net zo scheutig. Voor de hand liggend zijn pinot noir en chardonnay. Maar ook soorten van minder naam en faam zoals aligoté, tressot en césar mogen heuvelop. En ze vervolgens allemaal bij elkaar tot wijn maken mag ook. Klinkt eigenlijk ook wel een beetje ordinair…
Hoe dan ook, voor de Excellent Selectie is pure chardonnay gebruikt. En dat proef je. Puur chardonnay, puur Bourgogne, ook al is het niet het deftigste gedeelte. Slank en sierlijk zonder opsmuk. Fijne zuren, sierlijke geuren, gulle – maar niet overdadig ordinaire – smaken.