Wie na het uitvoerig doornemen van de verdiensten van de portwijnen langs de mooie rivier de Douro noordwaarts trekt, komt na een tijdje daar in het Noorden van Portugal de grensrivier de Minho tegen. Aan de overkant is het Spanje.
Het heet er Galicië, het is er koel en groen en het regent er meer dan strikt noodzakelijk. In het wijngebied Rías Baixas maken de inboorlingen witte wijn van druif albariño. Overmoedig door hun internationale succes, plukken sommigen hun druiven overrijp en hebben modieus dure houten vaten aangeschaft, wat leidt tot alcoholische wijnen die naar versgelegd parket rieken.
Gelukkig bestaat er ook nog de ware rías baixas, een meestal prijzige, maar gelukkig ook weergaloos lekkere aperitiefwijn, geurend naar druiven, bloesem, munt en oud geld, met in de afdronk een ondernemend bittertje. Hier op Casa Monte Pío zijn ze de goedheid zelve, en verkopen hun kostelijke wijn voor een vriendenprijs.
Ietsje duurder dan hun Happy-go-Lucky en stukken sjieker. Niet dat dat betekent dat er iets mis is met het vrolijke karakter van de Happy-go-Lucky.
Maar deze is wat bedachtzamer, verfijnder, aristocratischer. Een rustiger plezier. Niet de wijn voor feesten en partijen, maar voor met zorg gedekte tafels. Damast, zilver, kristal. Avondjurken, smokings. De geur van rijp fruit, een zomeravond vol bloesemgeuren, en in de afdronk romantiek en volle maan.