Georges Vernay, de man die de viognierdruif voor uitsterven behoedde, is vorig jaar wel zelf overleden. Eén ding is zeker: Vernay is geen 92 geworden door op een droogje te staan. De wijnmaker stond erom bekend ‘dat-ie er zelf ook niet in spuugde’. Viognier dus. Maar dat is toch die witte wijn die tegenwoordig voor een paar eurootjes in iedere supermarkt staat? Jazeker. Maar zo zag het er in 1960 niet naar uit. Destijds stonden er nog slechts 7 hectaren aangeplant in een stukje van de noordelijke Rhône, beter bekend als Condrieu. Vernay, die in 1953 het familiedomein ging bestieren, herkende de kwaliteit, met name van die ene hectare die als Coteau de Vernon door het leven ging. Sleutel tot zijn succes: precies op tijd oogsten, temperatuurbeheersing tijdens de vergisting en het opleggen van de wijn in gebruikte vaten. Dertig jaar later telde de appellation 60 hectare en tegenwoordig beslaat deze er 184. Het wit dat Condrieu voortbrengt is door wijnschrijvers Oz Clarke en Margaret Rand ooit omschreven als ‘hebbende het gewicht, de zachtheid en de souplesse van een chardonnay met eiken –maar dan zonder eiken’. En zulks wilde men elders ook wel maken. Maar dan graag met een sympathieker prijskaartje. Een instapmodelletje Condrieu begint immers pas bij een tientje of vier en het magnum opus van Vernay, deze Coteau de Vernon, tikt bijna 130 euro aan. Of dat niet voordeliger kon? Jazeker. Eerst in de zuidelijke Rhône, later ook in Zuid-Frankrijk. En uiteindelijk bleek viognier ook in onder andere Californië, Australië en Chili op een gastvrij onthaal te kunnen rekenen. Met vaak supermarktkiloknallerprijsjes tot gevolg. Helaas zijn die vaak een parodie op wat Vernay bedoeld heeft. Kleffe, klunzige, overrijpe wijnen. Klittend als een suikerspin, plakkend als een toffee. Ach nee, dan de Vernon van Vernay. De echte. De oer. De oorsprong. De urheber. De fijnheid. De honing. De tuttifrutti. De abrikoos. De perzik. De gember. De marmelade. De nootjes. De zurensubtiliteit. De 96 punten van Parker. De 92 van Wine Spectator. Moet je gedronken hebben. Al is het maar eens in je leven. Maar bij wijze van opmaat misschien eerst eens met zijn Le Pied de Samson, Les Terrasses de l’Empire en Les Chaillées de l’Enfer beginnen?