Ik heb er mijn eerste proefnotities nog eens op nageslagen, afkomstig uit De Grote Hamersma 2013. De importeur was er destijds trots op dat hij Vouette naar Nederland had weten te krijgen. ‘De aanhouder wint: na jarenlang nul op het rekest te hebben gekregen, hebben we nu de eerste allocatie binnen! Eén cuvée om te beginnen, de rest volgt later. Supergave, intense, zeer complete, bio-dynamische champagnes waar champagnofielen wereldwijd – vaak tevergeefs – naar zoeken.’ Laten we inderdaad alsjeblieft hopen dat er meer volgt, noteerde ik destijds. Veel meer. De Fidèle waar ik toen mee debuteerde ben ik altijd trouw gebleven. Puur pinot noir (in de volledige betekenis van het woord, want ook nog eens biologisch-dynamisch), afkomstig van één wijngaard (Sorbée), van één oogstjaar (2009) en zonder dosage. Mijn eerste notitie: ‘Bruisende Manzanilla. Zilt, branding, jodium. Superieur en zuiver. Oostenwind. Winter aan de Noordzeekust.’ Thans heb ik de pure chardonnay in het glas. Een blanc die gelagerd is geweest op gebruikte vaten van de eveneens natuur vorsende bourgogneproducent Arnaud Ente uit Meursault, onderstreept de bourgognestijl productie-aanpak van de producent. Druiven afkomstig uit één wijngaard, uit één oogstjaar en van één druivensoort. Maar daarmee houdt wat mij betreft de vergelijking op. Dit is champagne zoals ik die graag in het glas heb, daarmee mijn voorliefde voor extreem droge edities niet onder stoelen of banken stekend. Droog als onze afgelopen zomer. Droog als het schelpenzand uit een lang geleden verlaten vogelkooi. Droog als de asla van het crematorium in Assen. ‘Laat een geopende fles eens een paar dagen openstaan, dan proef je bourgogne met een mousse,’ wordt mij beloofd. Maar zover is het niet gekomen: de fles stond al droog.