Vraag aan de ontdekker van dit champagnehuis: ‘Vertel ’s…’ Antwoord: ‘Er is niet veel over te vertellen. Kleine récoltant-manipulant met zes hectare in Le Mesnil-sur-Oger. Niet veel spannends over te melden, behalve dat het erg goed is, en zeker voor dat geld.’ Vervolgens dus maar eens het oor te luisteren gelegd bij de inhoud van de fles. Beendroge champagne zoals ik die persoonlijk erg lekker vind. Droog alsof je met een nagel over een schoolbord gaat in een warm klaslokaal. En bovendien: hetzelfde effect veroorzakend langs de ruggengraat. Tevens: kakstrak krijtstreeppak, net terug van de stomerij. Een gesteven overhemd. Witte lakens op de bleek. (En kindertjes, weten jullie nog wat dat is? Nee, geen Glorix.) De jodiumgeur in een medicijnkastje. De eerste frisse herfstdag aan zee. En laten we dan maar niet Scheveningen doen met die Kurhaus-catastrofe als decor, maar de kust van Bretagne, op het strand van Finistère. Zout op mijn huig. We gedenken de schrijfster van Zout op mijn huid, Benoîte Groult. Ten tijde van het herproeven van deze Turgy lees ik net haar overlijdensbericht: 92 geworden. Ze zal veel champagne hebben gedronken. Haar Engelse schrijfcollega John Mortimer is er 86 mee geworden: hij ontbeet dagelijks met twee glazen. Zilt op mijn kin ook. De zuren van de appels voor de plaatselijke cider. Heeft nog een hoop te vertellen, zo’n fles van een producent waar niks over te melden is. Wacht, hij gaat nog even door. Versta ’m niet goed. Glas leeg. Nog maar eens inschenken. L’histoire se répète, maar dan net weer met wat andere zinsneden en plotwendingen. En voor als u de spanning aankunt: proef ook de Millésime 2009. De meerprijs meer dan waard.