Op Gauby werden al ‘vins naturels’ gemaakt voordat deze term bestond. En dus ruim voordat het begrip zelfs alweer inflatoir dreigde te worden. Daarom ook niet te fundamentalistisch zijn: een mini-beetje zwavel inzetten mag best. De 2014 was een heerlijk verteerbare, schone, laag alcoholische witte (12 procent) met zweverig wit fruit, lichte druivigheid, even aankloppende perzik en abrikoos, treuzelende tijm, ochtendrozemarijn en een kalkfrisse afdronk. De 2015 bruusker, beestachtiger en nadrukkelijker. De bitters die ook wel in orange wines opduiken. Umamihartigheid. Decanteren is aanbevelenswaardig. Maakt ’m wat gezeglijker maar een mak schaap wordt het nimmer. Herproefd voor deze DGH 2019: schaap is nog steeds niet getemd.