Vóór 2011 bestond de Reserve Red van Johan Reyneke nog uit twee druifsoorten: syrah en cabernet sauvignon. Hoewel syrah wel altijd het leeuwendeel voor zijn rekening nam, voegde hij een aantal jaar wat cabernet toe om de syrah wat ‘zachter’ te maken. Sinds 2012 gaat Johan voor 100 procent syrah. Stampt een gedeelte ervan in hele trossen met de voet, ontsteelt de rest en laat dat bij elkaar spontaan fermenteren in beton. Daarna mag de boel voor twee jaar in tweedehands Franse eiken vaten. Waarom vertel ik u dit? Om u nog maar eens bewust te maken van het wonder dat wijn heet. Want op misschien een enkele pump-over en oversteek na, doet Johan nagenoeg niets met de wijn, behalve dan erop wachten. Net als wij, ongeduldig, want sodeju wat is dit lekker! Ieder jaar weer, maar de 2014 is op een of andere manier extra bedwelmend. Met spicyness in de vorm van witte peper, jeneverbesjes, steranijs en kruidnagel. Handje koekkruiden. Snuifje fynbos. Lichte roostertonen. Met zacht, ontspannen rood fruit. Rijpe pruimen, wilde aardbeien, laurierdrop. Amandeltjes en kersenzuren. Reserve Red heeft geen cab sauv nodig om ’m zachter te maken, alleen tijd, zo lijkt het. En die tijd is – how convenient – voor de 2014 al gekocht. Nu optimaal op dronk. Of zou-ie nóg beter worden? En waar zouden de ’15 en ’16 uithangen?