Terug op het oude nest: Julien Auroux. Nam in 2013 het aloude familiedomein in het zuiden van de Bergerac over na eerst ruimschoots ervaring te hebben opgedaan in Fitou, Monbazillac, Pomerol en over de landsgrenzen in Australië en Nieuw-Zeeland. En niet op de boekhoudafdeling. Zodoende: biologisch wijngaardenieren zou het gaan worden. En aldus geschiedde. In Bergerac.
Werd trouwens niet eens zo lang geleden door Hugh Johnson in zijn Wijngids 2012 nog in de hoek gezet: ‘Buur en goedkoop alternatief voor Bordeaux met dezelfde druiven.’ Klinkt kortaf. Klinkt als tweede keus. Of: nog erger als: het gekke broertje. Maar Julien is niet gek. Wordt inmiddels gezien als een van de grote talenten van de regio. Lekker aan de slag met oude stokken, lage rendementen, nauwelijks interveniëren in de kelder.
Wat levert deze talentenjacht op. Een basis-bergerac waar menig bordeaux op dit prijsniveau niet aan kan tippen. Geconcentreerd en schoon gewassen rood en zwart fruit. Van een aangename zachtheid en zoetheid en een lichte specerijtoets. Doet een verblijf op eikenhout vermoeden maar is afgestudeerd op roestvrij staal. Een Bergerac vol leven, beschaving en energie. Fris, jeugdig en opgewekt bovendien. Echter, zonder onbenullig te worden. Dit zijn van die types die gymnasium A doen zonder nerd te worden. Vioolspelen voor de lol en niet omdat het van hun ouders moet. Zich inzetten voor de medemens, vooral als deze wijn blieft.