In Faugères laat men zich erop voorstaan dat op deze plek in de Languedoc sprake is van een van Europa’s oudste ‘terroir’-bodems. Het ruwe, heuvelachtige terrein dat de wijngaarden tot hun beschikking hebben, is te danken aan een bergketen (formaatje Himalaya), die 300 miljoen jaar geleden dwars door Europa liep. Hier was destijds sprake van schuivende platen waardoor de bodem in elkaar werd geperst, met diverse lagen hard gesteente (leisteen) tot gevolg. Deze zogeheten schist vormt een felbegeerde ondergrond voor ambitieuze wijnmakers.
Zoals die van Abbaye, die bijna vanzelfsprekend ook volstrekt biologisch werkt. En dat kan niet anders dan een flinke kerel zijn. Eentje die met kunstmestvrije aarde aan zijn knuisten een koe gaat helpen kalveren. Eerst nog even door een sloot waadt om een paard eruit te trekken. En en passant een niet startende tractor (biobrandstof leidt nog weleens tot kuren) aanduwt.
Eerder al eens de iets kostbaarder La Closeraie beoordeeld, een Faugères die stond als een bioboerenhoeve. Thans Les Novices, de beginnelingen, de groentjes, de melkmuiltjes. Gewoonlijk zijn dat types die je als ongelooflijk ouderejaarse lullo’s kon vernederen, een dwarslaesie mocht bezorgen dan wel mocht onderkotsen, wat vervolgens dan door de voorzitter van je sociëteit als ‘onwijs geestig’ werd afgedaan. Maar aan deze eerstejaars zouden ze een harde dobber hebben. Pezige novices. Straks en gespierd rood fruit. Donker, drop, zwart pak. Peper in de vuisten. Fikse strengen tannines op de biceps. En een stevige handdruk. Huiswijn voor Vindicat. Of juist niet?