Leyda. Vernoemd naar La Ida, een klein treinstationnetje waar het boemeltje uit Santiago stopte. Wie stapten daar destijds uit? In de jaren negentig nog grasgroeiers en graanboeren die in Valle de Leyda fijne omstandigheden troffen om hun agrarische ambities te realiseren.
Enfin, ooit gras en graan dus all you can see. Groen en geel. En als wijnliefhebber kun je je daar aan ergeren (en ook moeiteloos dezelfde kleuren aannemen) als je weet dat het terroir ook buitengewoon geschikt is om druiven op te planten. Viviana Navarrete is er zo eentje. Buitengewoon talentvolle wijnmaakster, zo blijkt. Serveert een erg goede chardonnay met een ogenschijnlijk misplaatst prijskaartje.
Een flinterdunne witte-chocolade-nootjesreep met mini-nootjes uit de koelkast. Een snippertje exotisch fruit. Een sappig groentoontje van vers gras, bijna een knipoog naar de vorige bestemming van de ondergrond. Fris, elegant en zuiver. I found my thrill at Falaris Hill. Thrillseekers qua sauvignon blanc en pinot noir komen bij Viña Leyda overigens ook aan hun trekken (zie ook daar).