Prachtproducent. Domein van een familie die al ruim honderd jaar doende is in Collio. De nadruk heeft nimmer op expansie gelegen: de tien hectare die Mario Toros, de vader van Franco die nu de scepter zwaait, voldoen. Recentelijk is er wel geïnvesteerd maar dan in de renovatie van de kelder: de apparatuur is nieuw, en de ruimte waar de vaten liggen is uitgegraven om temperatuurschommelingen te voorkomen.
Ter plekke heeft Franco zich onder andere over de friulano ontfermd, de lokale druif. Schilderachtig type overigens, vrucht met vele verhalen. Verguisd en in het verdomhoekje bijvoorbeeld als sauvignonasse in Chili. In het noorden van Italië wordt ie echter gekoesterd.
Daar vragen de wijnboeren zich overigens af hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat hun Chileense collega’s deze druif zo lang overigens voor sauvignon blanc hebben versleten. Die is kruisbessig, uitbundig en citrusrijk, terwijl friulano vaak bloemig, compact en appelig is. Tenminste, als deze is opgevoed door een wijnmaker die genoegen neemt met lage rendementen uit zijn wijngaard. Zoals Franco Toros die in Cormons, in het hart van Collio Friulano, heel duidelijke ideeën heeft over de wijnstijl die hij voor ogen heeft. Ziehier zijn kijk op friulano. Roestvrij staal opgevoed. Koele, compacte, onopgewreven appels, perzikenschil, abrikozenpitbitters, bergkruiderij, op de achterhand amandel, verrukkelijke maar niet te nadrukkelijke zuren. Noord-Italiaanse buitencategorie.