De achtertuin van Venetië, Veneto, is prachtig mooi. Padua, Vicenza, Verona, het Gardameer. Deftige wijn verwacht je daar, om hooggestemd te genieten op het terras van je Palladiaanse villa. Het noodlot heeft ons echter weer eens tuk. De streekwijnen heten prosecco, soave, valpolicella, bardolino.
Bardolino, van zichzelf al puisterig vaalrood, bestaat ook in tobberige rosévorm. Chiaretto, heet die. Na dertig jaar noest doorproeven kwam er eindelijk eentje op m’n pad die zo zwierig smaakt als hij klinkt.
Rosé moet volgens hedendaagse normen bedeesd bleekroze blozen. Doet deze, maar ze is tevens kittig en grijpt je bij de kladden. Vol montere bravoure. Geen geld voor zoveel rooskleurige luxe.