Vroeger roken alle rioja’s naar hout. Oud hout, vaak. Nu worden ook de jovens, de jonge rioja’s zonder hout steeds meer gewaardeerd. Wijnen voor direct gebruik voor de moderne consument, die geen wijnkelder en geen geduld heeft.
Maar het mooie van die ouderwetse rioja’s, van die reserva’s en gran reserva’s is juist dat wij ze niet hoeven te bewaren. Dat heeft de producent in z’n bodega al gedaan. In eindeloze keldergangen liggen de reserva’s daar volwassen te worden. Pas als ze oud en wijs genoeg zijn, mogen ze de wijde wereld in. Drinkklaar.
Bij minder goede wijnen gaat het mis: dan ruikt zo’n reserva alleen maar oud naar hout. Vermoeid en der dagen zat, stoffig en vergaan.
Niet hier. Hier ruik je hout, de vanille van het eikenhout, en veel fruit. Een vleug specerijen. Een rijke, volle vriendelijke smaak, met de wijsheid van jaren in de afdronk.