Corbières, dat was lang een Zuid-Franse landwijn van grotendeels achterbuurtdruif carignan. Wel met een eigen appellation, want de Franse autoriteiten weten wat karakter wel te waarderen, zolang dat karakter zich oppassend gedraagt.
Maar zo oppassend als deze, dat hadden ze nooit durven dromen. Corbières van de oudste stokken van de wijngaarden van Lastours - syrah, carignan, grenache - op de jaren des onderscheids gekomen, van keurige middelbare leeftijd, en toch nog vief en fit, en dan zo deftig smakend.
Niks geen carignanaroma van varkensstal: donker fruit, specerijen, een vleug duur hout. En dat alles in een wijn met bordeauxstructuur en statige tannines.