De kunst van het assembleren, het mengen, het laten samengaan verschillende druivensoorten in éen wijn, is dat ze een harmonieus geheel vormen, en dat het geheel meer is dan de som der delen. Anders had je beter van iedere druivensoort een wijn kunnen maken die duidelijk het karakter van die druif heeft.
Hier proef je de zachtheid, de rondeur deftig gezegd, van het mooi rijpe fruit van de chardonnay, je ruikt de bloesemgeuren van de zwoele viognier, terwijl daartussendoor druif sauvignon zich niet opdringt, maar het geheel subtiel van opgewekte frisheid voorziet.
Drie druiven die samen zeer plezant gezelschap zijn.