In Barolo werden de wijnen tijden lang ouderwets gemaakt. Tot er een paar decennia geleden tot schrik van de oude garde ineens een nieuwe generatie eigenwijs moderne wijnen ging maken.
Alle eerbied voor tradities, zei de nieuwe generatie, maar volgens ons hoeft barolo niet naar teer en prikkeldraad te smaken, met schurende, wrange tannines.
En ze maakten barolo’s die zowaar fruit hadden.
Inmiddels zijn de beide opvattingen elkaar wat nader gekomen. De meeste barolo’s bieden tegenwoordig fruit - en smaken tegelijk deftig ouderwets. Statig, lieflijk geurend naar rozen van vroeger, en tegelijk welgemanierd stoer en afstandelijk. Het beste van beide opvattingen, jong en oud, traditioneel en revolutionair.