Of het nu blindmakend bocht is, afgeprijsde fabriekswijn met dertien-in-een-dozijn-afdronk of nectar die een 10+ met een griffel krijgt van de Grote Hamersma: éen ding hebben alle wijnen gelijk: ze zitten standaard in een fles van 75 centiliter.
Tenminste, sinds 31 december 1988. Vanaf toen moest een standaardwijnfles driekwart liter bevatten. Reuze jammer voor de meer inventieve dan eerlijke wijnimporteur: doe je wijn in een kleine fles die groot oogt - bijvoorbeeld door een diepe ziel - en je kunt meer geld vragen voor minder wijn terwijl de klant denkt meer te krijgen voor minder.
Zulk gesjoemel is van alle tijden, en de overheid vocht dapper terug door standaardmaten te bepalen: zo werd de inhoud van de Parijse pint in 1735 wettelijk vastgelegd (93 centiliter), en bepaalde Lodewijk XV dat er 80 centiliter champagne in een champagnefles moest kunnen. Een maatregel van een liefhebber: van champagne moest er wat meer in een fles zijn. De royale verordening overleefde diverse republikeinse revoluties en heeft gegolden tot 1974.
Wat al die wetten en regels en flessen gemeen hebben: er gaat steeds ongeveer driekwart liter in een fles. Zelden heel veel meer of minder.
Waarom weet niemand zeker. Omdat het twee longen vol is, zegt de ene professor. Flessen waren aanvankelijk handwerk, mondgeblazen, en als zo’n glasblazer eens diep ademhaalde perste hij er een fles van rond de driekwartliter uit. Klinkt goed. Alleen zit er gelukkig fiks wat meer dan 75 centiliter lucht in je longen.
Een andere autoriteit begint een ingewikkeld verhaal over de bordeauxvaten van 225 liter, dat is 50 Engelse Imperial gallons en ‘dus’ moesten daar 300 flessen inpassen die daarom 75 centiliter gingen bevatten. Een kulverhaal, want vroeger waren flessen niet precies driekwart liter klein.
Gezelliger verklaring: zo rond de driekwart liter, dat is net een mooie hoeveelheid wijn voor twee oppassende lieden, in de genoeglijke tijden dat je nog meer mocht drinken dan éen glas in de maand of wat het tegenwoordig ook is.
Hoewel…
De broers Chiquet, van Champagne Jacquesson, vinden flesjes flauwekul. Een magnum, dat is de mooiste flesmaat: ‘Ideaal voor een stel - zeker als éen van beiden weinig drinkt.’
Nicolaas Klei