Als auteur van het boek Natuurwijn, een helder verhaal over troebele wijn heb ik mij verdiept in de wereld van wijnen die gemaakt zijn met minimaal ingrijpen: low-intervention wine. Met minimale hulpmiddelen en maximale aandacht voor de natuur. Pure, schone wijn. En in die woordkeuze zit hem nou net het probleem. Daar nemen de marketingboys maar al te graag een loopje mee. Want er is - al een tijdje overigens - ‘clean wine’ en ‘pure wine’. Wat dat is? Ik leg het je uit.
In het kader van: drink niet minder, wel gezonder kwamen actrice Cameron Diaz en kompaan Katharine Power in de zomer van 2020 op het idee ‘schone wijn’ op de markt te brengen. Clean wine. Het concept ademt natuurwijn maar er is iets mee. Een je ne sais quoi van: net iets te gelikt, te happy-de-peppy, te Amerikaans. Het idee achter de wijn is helder, de invalshoek draait om transparantie - om wél te vertellen wat er in de fles zit. Mooi.
Dat is wijn van biologische druiven uit Catalonië, zonder synthetische pesticiden, vegan, geen kunstmatige ingrediënten, geen toegevoegde suikers, kleurstoffen of concentraten - kortom, volledige duidelijkheid over de inhoud. Klinkt goed, toch? Aangezien ze zo transparant zijn is het vrij eenvoudig te achterhalen ze wél gebruiken om deze schone wijn te maken: sulfiet (tot 100 milligram per liter, nogal veel vergeleken met gemiddeld 30 mg/l voor natuurwijn), bentoniet en proteïnen uit erwten (om te klaren en stabiliseren), wijnsteenzuur (voor koude-stabilisatie, om kristallen in de wijn te voorkomen), gist (soms natuurlijk, soms niet) en gistvoeding (om de fermentatie bij rosé op gang te helpen). Poeh. Blijkbaar hebben ze best nog het een en ander aan hulp nodig om hun wijnen zo clean te krijgen. Ja, ze hebben een punt om helder te zijn over hun wijn, maar dit is volgens mij nog steeds een glad gesteven massaproduct - niet heel anders als andere conventioneel vervaardigde wijnen. Het deed al veel stof opwaaien in de media, toch is het eind niet in zicht. Lang niet. De eerste copycats zijn al gesignaleerd en meer zullen er volgen.
Iets in dezelfde trant: suikervrije wijn. Wijn voor de lijn. Ik word regelmatig online lastiggevallen met advertenties van PURE The Winery. Inderdaad, met hoofdletters. Als je zo moet roepen om aandacht te krijgen, dan is er meestal iets mee. Ik denk, pure marketing en weinig wijn. Inspelend op de behoefte aan wijn met een lager alcoholpercentage én suikervrij, doen ze dat wel weer slim. En een lijstje met voedingswaarden, dat is serieus vernieuwend in de wijnwereld.
Ja, in wijn zit suiker. Dat is nou eenmaal zo. In droge wijn weinig, in zoete wijn meer - logisch. Hun wijn zonder suiker heeft, zo claimen ze, 30 procent minder calorieën dan wijnen met 12 procent alcohol of meer. De wijnen van PURE zijn allemaal getuned naar 10,5 procent. Elke variant en altijd. Hoe? Onze ervaren wijnmakers combineren unieke en traditionele fermentatietechnieken om alle suikers op een geheel natuurlijke manier om te zetten in alcohol, zegt de website. Dat klinkt niet anders dan reguliere wijnmakerij. Behalve dat ‘alle’. Het geheim zit hem in de totale afwezigheid van suiker. Volgens de website lukt dat door de druiven op het juiste moment te plukken. Afgaand op de technische uitleg lijkt het erop dat ze de druiven vroeg plukken en wellicht met speciale, gekweekte gisten de suikers volledig omzetten in alcohol. Want de meeste gisten kunnen dat niet, bevestigt Jules Nijst, Nederlandse wijnmaker van het prijswinnende Domein de Wijngaardsberg in Ulestraten. ‘Precies weet ik het niet. Maar ik denk dat hier heel handig wordt ingespeeld op de suikerhysterie waar sommige mensen aan lijden.’
Mijn probleem met dit soort producten is dat het veel simpeler kan. Dat ze niet een vijfde wiel hoeven uit te vinden. Er ís al bio-, biodynamische en natuurwijn met weinig alcohol. Ook rond de 10 of 10,5 procent en niet met uitbundig veel suiker. Zoals de Rheinischer Landweine van Dominik Held. Zijn witte blend ‘skin contact’ Cuvée Weiss, of de Cuvée Rot met zelfs slechts 9,5 procent alcohol. Wat een held. De Handwerk Rosé van Christopher Barth, Duitse landwijn uit de Rhein. Of pét-nat van Fred Knebel uit de Mosel, Deutscher Perlwein met een fijne 10 procentjes. En dat is dan alleen nog maar uit Duitsland - kennelijk kunnen ze dat heel goed in hun koelere klimaat.
Deze wijnen, daar is niet mee gerommeld, daar zijn geen trucs voor nodig. Dat is het resultaat van ervaring, kennis en hard werken. En dan heb je schitterende, licht verteerbare wijnen die ook nog eens goed smaken. En nee, ik heb die ‘cleane’ en ‘pure’ wijnen niet geproefd. Ik durf de uitdaging best aan maar eigenlijk heb ik daar helemaal geen zin in. Soms voel je van nature aan wat goed voor je is. Proost.
Niels van Laatum