In bed.
Vriendin: “Zeg iets vies tegen me”.
Ik: “Wijn met kurk”.
…
Ondanks alle Diam, ND-Tech, schroefdoppen en Vinolok die het probleem teniet zouden moeten doen blijft kurk een van de meest besproken onderwerpen in de wijnwereld. Nog vrijwel dagelijks trek ik een wijn open die overduidelijk besmet is met TCA. Eeuwig zonde van die wijn waar zo veel tijd, energie en kosten in zijn gegaan en zo mooi had kunnen zijn en nu zo ontzettend vies is.
Het is de grote frustratie van de sommelier, de handelaar, de wijnmaker, die liefhebber. Enerzijds vanwege het ‘eeuwig zonde’, maar ook: wie neemt verantwoordelijkheid? Wie neemt de kosten op zich? Als eindgebruiker zeg ik gemakkelijk: ik koop een product dat degelijk hoort te zijn. Kurk is een productiefout, dus ik mag het terugbrengen naar degene waar ik het heb gekocht. Voor een jonge wijn is dat meer dan logisch, de handelaar op diens beurt kan er ook weer mee terug naar zijn producent of verrekent het in de marges die genomen worden. Maar wat nou als ik die wijn al een paar jaar heb liggen? Hoe garandeer ik dat ik de fles daadwerkelijk bij die importeur gekocht heb? En hoe garandeer ik de kwaliteit van de opslag? Kurk is kurk, maar stoffigheid of een niet zuivere fles die niet 100% aanwijsbaar kurk is, kun je daar nog mee terug?
Recent had ik een tweede fles Château Lafleur 2001 met kurkbesmetting. De eerste had ik netjes met wijn, kurk en al teruggestuurd naar het château, waarop de mededeling kwam: we hebben het hier geproefd en het heeft geen kurk, dus u krijgt geen nieuwe. Ik was overtuigd van kurk, maar zelfs al zou dat niet het geval zijn geweest, we hebben niet voor niets een tweede fles open gemaakt (die werkelijk wél fantastisch was), want de eerste was duidelijk niet goed. Daar zit je dan met je fles van 700+ euro. Consequentie is dat ik in vervolg wellicht geen Lafleur meer op de wijnkaart zet. Ik neem een beperkte marge, want ik wil dat de wijn gedronken wordt, maar als al 1 van de 6 flessen kurk heeft verdien ik niks en met 2 kurkflessen maak ik flink verlies. Châteaus roepen dat ze willen dat de wijn gedronken wordt in plaats van ermee gespeculeerd, maar op deze manier neem ík niet het risico ze op de kaart te zetten.
Eenzelfde situatie deed zich jaren geleden voor met Domaine Leflaive. In de Bourgogne kent men sinds eind jaren ’90 het probleem ‘premox’. Premature ofwel voortijdige oxidatie. Al kort nadat de flessen op de markt gekomen waren bleken deze geoxideerd. Veel wijnen van het fameuze Domaine Leflaive in Puligny-Montrachet hadden hier last van. Rijke klanten die hun kelders ermee gevuld hadden gingen boos naar de importeur, maar die kreeg nul op rekest bij de producent. Het probleem zou niet bestaan. Nog steeds is niet bekend of het probleem aan de kurk ligt, de manier van wijnmaken, wat dan ook. De reputatie van het domaine heeft echter wel een flinke tik gehad en liefhebbers hebben het jaren ontweken. Gelukkig zijn de wijnen nu mooier dan ooit, dus de importeur importeert nog steeds, maar de relatie zal destijds zeer fragiel zijn geweest.
Natuurlijk is het voor een importeur ook ontzettend vervelend als een restauranthouder een fles retourneert. Een importeur gaf mij op zijn beurt een inzage in zijn gang van zaken: Hij levert een restaurant een speciale fles op allocatie en neemt op die fles 5, misschien 10 euro marge terwijl het restaurant wegens exclusiviteit 50 tot wel 100 euro marge neemt. Waarom zou alle risico dan bij de importeur liggen? De kans is namelijk klein dat de producent hem de fles niet vergoedt. Een vertrouwensrelatie tussen leverancier en consument/sommelier kost tijd om op te bouwen en kan als geld een grote rol speelt snel beschadigd zijn.
Kurk is de wereld helaas nog niet uit en hoewel de oplossingen het risico al flink hebben teruggebracht zijn die ook niet altijd zaligmakend. Het is niet voor niets dat sommige producenten na jaren van experimenteren bewust afzien van schroefdop of Vinolok. In Frankrijk heeft het jaren geduurd voordat serieuze wijnen met schroefdop werden gebotteld en nog steeds zie je het nauwelijks, in Australië zijn de kurken vrijwel alleen voor flessen die voor export bedoeld zijn en ziet de lokale markt kurk als ‘not done’. Kurken van Diam (in mijn ervaring tot nu toe het best werkende alternatief) bevatten plastic dat duurzame producenten begrijpelijkerwijs niet vinden passen bij hun filosofie. Amorim’s ND-Tech zou nagenoeg kurkvrij zijn, maar daar denken ze in Zuid-Afrika heel anders over. Badenhorst, Savage en Broodale hebben allemaal ruime ervaring met kurkflessen ondanks een peperdure ND-Tech kurk.
Tot de definitieve oplossing er is zijn we er dus aan overgeleverd, dat K-woord, en moet ik denken aan mislukte wijn als me gevraagd wordt om wat iets vies te zeggen.
Job Seuren