In 1925 werd het domaine Belgisch bezit. Destijds werd het als tweede huis gekocht door beeldend kunstenaar en zanger Robert Herberigs. Abrikozen stonden er toen aangeplant, en een paar wijnranken. Vlak na de Tweede Wereldoorlog namen zijn oudste zoon Gilbert met zijn vrouw Geneviève van de Vyvere, de teugels van het landgoed over. Abrikozenboomgaarden werden wijngaarden. De eerste vijftien jaar verkochten zij de oogst aan de coöperatie van Bourg Saint Andéol, tevens een handelshuis uit Châteauneuf-du-Pape.
Door naar de jaren zestig toen zij een destijds ongewone stap zette door een eigen kelder te bouwen voor de productie van côtes du rhône, terwijl in die regio toen de belangrijkste productie simpele tafelwijn was.
Quick forward richting anno 2021. Roland, zijn vrouw Florence Terrasse, en hun twee kinderen mogen zich inmiddels de trotse eigenaren noemen. Alle wijngaarden zijn ondertussen biologisch gecultiveerd en er wordt ook al nadrukkelijk gekeken naar de overtreffende trap, het werken in biodynamie.
Ziehier hun hoogste wijn, met een knipoog vernoemd naar wat ooit de belangrijkste afnemer was: St. Andéol.
Dit is de côtes van Rochecolombe die hout werd gegeven: 9 tot 15 maanden, een kwart daarvan nieuwe barriques.
Dikker, rijper, zwoeler, zoeter. Bramenconfiture. Kersen op sap. Bessen met een snufje vanillesuiker. Een kaneelstokje als steun. Peperigheid dit jaar. Biodynamiek, kracht en sap.
De vinologische erfenis van Robert Herberigs. Je zou er hebberig van worden.