Gromt en grauwt, de ouwe monastrell. Ademt ruige, aardse smaken. Is knoestig en knorrig. Geurt naar het verboden genotsmiddel van vroeger, tabak. Nee, niet in aangebrande vorm. Maar een pakje shag van de weduwe.
Heeft iets strengs, iets afstandelijks. Een hereboer. Maar wel een hereboer met een hart van goud in z’n conservatieve inborst. Gul van fruit, strooit met zonnige geuren. Veel rijp fruit dus om die strenge beginselen, plus een gulle dosis troostende cacao...