Een gewaarschuwde drinker telt voor twee. 'Dit is niet een wijn die aan te raden is wanneer je nog nooit een amber wijn hebt gedronken. Het is een typische wijn voor de gevorderde drinker die de complexiteit in smaakervaring kan waarderen,' zo informeert de importeur. Kan wel kloppen. Twee jaar geleden schreef ik er al eens een uitgebreid artikel over in NRC Handelsblad naar aanleiding van Amber Revolution van Simon Woolf, het eerste boek over orange wines. Even een resumé:
Eigenlijk is het witte wijn die op de wijze wordt gemaakt van rode wijn, een vorm van low tech die bepaald niet van gisteren is. Deze werd al door de oude Grieken en Romeinen gepraktiseerd. Ook is er een Egyptisch kruik uit 3150 voor Christus gevonden waarin een geeloranje substantie werd aangetroffen, samen pitjes en schilletjes, hetgeen zou wijzen op maceratie. Plinius de Oudere, een Romeinse letterkundige en wetenschapper die rond het begin van onze jaartelling leefde, constateerde: ‘Wijn heeft vier kleuren. Wit, geel, rood en zwart.’ Die laatste vanwege de toentertijd gedronken mengsels van druiven met as, gemalen marmer en asfaltachtige hars. Op uw gezondheid, wat u zegt. Van rosé leek toen overigens nog geen sprake.
Allemaal mooi en aardig natuurlijk maar kun je het ook drinken? En hoe smaakt het dan?
De liefhebber van directe smaken zal tevergeefs zoeken naar de makkelijk herkenbare kruisbessen, perziken, mango of andere fruitmandomschrijvingen van gewone witte wijnen. Allemansvriend is een predicaat dat een orange wine niet snel opgespeld zal krijgen. Zoals al geschreven: je bent gewaarschuwd. De kleur en ook de tannines die de schillen, pitten en stelen hebben afgegeven, zorgen vaak voor een breder uitwaaierend geur – en smaakspectrum, afhankelijk van de gebruikte druivensoorten. Er is stevigheid, er is grip en er is textuur. Ook de tannines (die anders alleen in rode wijn te vinden zijn) spelen een rol, zij het een subtiele. Al met al is er sprake van een stevig mondgevoel, maar omdat orange wines juist niet van die uitgesproken, om aandacht vragende smaken hebben, botst het niet snel. Zodoende worden zij vaak ingezet bij gerechten die anders nog wel eens als scherprechter kunnen fungeren.
Umami, de geheimzinnige vijfde basissmaak, die furore heeft gemaakt dankzij de Japanse keuken, plooit zich graag richting dergelijke wijnen. Zodoende weet bijvoorbeeld Georgië, het land met de oudste wijncultuur ter wereld tevens de bakermat van orange wines, in Japan zijn belangrijkste exportmarkt voor hun wijnen uit de quervi, zoals de amfora daar heet. In de Wijn-Spijsbijbel adviseert auteur Victoria Moore: ‘Schenk ze bij mezze, met veel knoflook en met elkaar concurrerende smaken, en bij salades à la Ottolenghi, die met hun kruiden, specerijen en combinaties van zout en zuur een gewone wijn onderuit kunnen schoffelen.’
Het presenteren van een veelheid van smaken in veel hedendaagse restaurants, plus het feit dat juist de nieuwe lichting koks en sommeliers een grote hang heeft naar authenticiteit, puur natuur (orange wines zijn bijna altijd biologisch- of biodynamisch; massaproductie is onmogelijk), kleinschaligheid en onderscheid, heeft ervoor gezorgd dat er steeds meer wijnkaarten zijn te vinden waarin het aanbod is onderverdeeld in rood, wit, rosé en oranje. En onvermoeibaar leggen de jonge wijnkelners van dienst dan nog maar eens aan hun gasten uit dat wat ze straks in het glas krijgen geen rosé is maar oranje wijn. Amberkleurig, zo u wilt.
Ben je er klaar voor? Deze van Tschotiashvili is een heel bijzondere.