De importeur waarschuwde ooit eens bij een eerdere jaargang: ‘Een intense en doorleefde wijn.’
Als een oude zwartleren sofa in de zon waar van alles op gebeurd is toen het gelukkig donker was. Iemand heeft ’m ooit met trekzalf ingesmeerd. Zware shag voor wie goed tussen de kussens durft te grijpen. Vergeten laurierdropjes ook. Tenminste, iets wat daar op lijkt. Wat kan het anders zijn? Vulling van paardenhaar. De tintore di tramonti druif deed het toen niet voor minder.
Dit keer wel. Maar niet wat kwaliteit betreft. Druiven afkomstig van meer dan honderd jaar oude stokken. En toch nog zo levendig en frivool, druifluisvrij opgevoed dankzij een metersdikke laag as (met dank aan eerdere uitbarstingen van de Vesuvius) die als ondergrond fungeert, en nimmer kans heeft geboden aan het verwoestende diertje.
Thans presenteert de tramonti zich bijkans monter. Donkere partijen die afgewisseld worden met zonneschijn. Kersen presenterend vol kracht en inhoud, vrijzinnige bessen, transparante kruiderij, een geurzweempje van staal en rook, en pinkelende zuren.