De Zuid-Franse druif carignan, lang verguisd, hooguit gebruikt voor rauwe slobberwijn voor mensen met een roestvrije slokdarm, laat hier zien dat hij zo kwaad niet is.
Zelfs de goedheid zelve is. Fijn rood fruit, zachte smaken, lang naklaterende afdronk die aan ongerept Zuid-Frans landschap doet denken. Rotsachtig. Kruiden. Zon, maar ook de mistral, die wind die je uit de sokken blaast.
Want ondanks al die goedheid behoudt hij in deze puurnatuurwijn z'n onverschrokken aardse karakter. Gelukkig maar.