Ik weet wel iets van wijn, in ieder geval wat er in Nederland beschikbaar is. Daarmee heb ik het geluk (en mijn vriendin de pech) dat ik mijn weg vrij goed weet in wijnkaarten en zo niet, is er altijd een sommelier die je om hulp kan vragen. Het eerste half uur van een restaurantbezoek kun je onze tafel dan ook steevast omschrijven als een zichzelf in de wijnkaart opsluitende autist en een hulpeloze partner die uit verveling dan maar de menukaart uit haar hoofd gaat leren. Herkenbaar?
De afgelopen weken zijn wij naar Valencia gevlucht. Tegen iedereen zeggen we ‘vanwege het weer’, maar eerlijkheidshalve probeerden we gewoon de opeengestapelde verplichtingen van de feestdagen te ontsnappen. Een jaar even geen zesvoudig familiebezoek alsjeblieft. In Spanje waren de restaurants, Dionysos-zij-dank, wél open. Met twee keer uit eten per dag kreeg levertje lief een kleine optater. ‘De wijnreis door mijn lichaam’ had meer weg van een wijn-ironman. Er was Cava en Sherry in overvloed, afgewisseld met de nodige Rioja, Ribera en Priorat.
Tot zover de mij enigszins bekende wijnen. Echter, het leuke van in gebieden op vakantie gaan waar wijn gemaakt wordt is dat er zo ontzettend veel te ontdekken is dat de Nederlandse markt niet bereikt. Een luilekkerland voor de wijnliefhebber, althans als je de taal spreekt. De uitdaging van een restaurantbezoek in Spanje is voor ons alleen dat wij vrijwel nada Spaans spreken en de Spanjaarden, althans in Valencia, praktisch zero Engels. Het menu lukt dan nog wel enigszins, maar leg je smaak maar eens uit als het om wijn gaat. Je kunt net zo goed geblinddoekt je vinger ergens op de wijnkaart leggen. Daar sta je dan met je wijnkennis. Je ziet de sommelier al denken ‘wat moet die idioot?’. Zelfs al haal je een zin door google translate, dan krijg je veelal de reactie: ‘¿Que?’.
Met veel ‘Si’s, ‘No’s en een gebalde vuist begeleid door het woord ‘muy’ als je zin hebt in een krachtiger stijl zijn er uiteindelijk redelijk wat flessen ontkurkt. Gelukkig interesseert het Spanjaarden geen bal als je een tannineuze krachtpatser bij je visje wil hebben, scheelt weer een betweterige sommelier die je toch niet verstaat. De verrassing van de trip kwam echter vrij onverwacht. Wat zeker de helft van de tijd prima werkt bij de wijnkeuze: het etiket. Ik zeg vaak dat een wijn proeft naar het karakter van de wijnmaker. Logisch, maar waar ik minder over nagedacht had: een betrokken wijnmaker kiest ook een etiket dat bij de wijn past. Als je er dan niet helemaal uit komt met je Spaans, zoek de wijn op in google en kijk of het etiket je aanstaat. Bombastisch etiket? Krachtige wijn. Kraakwit met subtiele letters? Cleane, precieze stijl. Kindertekening? Niet drinken. Probeer het maar eens.
Het helpt natuurlijk wel als je weet waar het gebied ligt en wat de druif is en het jaartal, maar zelfs zonder die informatie kom je al een flink eind. We hebben het hier natuurlijk niet over de dertien-in-een-dozijn supermarkt wijnen van onder een tientje waarbij een marketingbureau heeft uitgezocht of een kasteel beter verkoopt dan een giraffe. De minstens dertig euro die we in een restaurant vaak uitgeven voor een fles is voor Spaanse begrippen veel geld. Zoveel kost ‘ie in de winkel namelijk ook, dus je hebt het over een serieus te nemen wijn. Zo vonden we een heerlijke elegante Curii giro (grenache) uit Utiel-Requena en een rode (!) Ribeiro Son de Arrieiro, puur omdat het etiket voldeed aan wat we ongeveer verwachtten bij de wijn.
Het heeft natuurlijk de voorkeur om je Spaans bij te spijkeren voor je de regen ontsnapt naar het fantastische Valencia. Mocht je daar geen tijd voor hebben, dan blijkt dat google afbeeldingen, gecombineerd met je eigen inlevingsvermogen, een prima raadgever is. Wat nou sommelier? Ik wil gewoon een wijnkaart met plaatjes.
Job Seuren