Ik voel hem nog. Na drie maanden sluiting mochten we in juni 2020 weer open en de eerste week werken vierden we bij Café Parlotte in de Amsterdamse Westerstraat. We waren in jubelstemming. Toch hielden we ons in, want na drie maanden pauze ging de eerste week fysiek werken niet in de koude kleren zitten. Spierpijn door merg en been. De spierpijn voel ik nog, maar vooral ook de kater. Mijn lichaam was kapot en de alcohol kwam drie keer harder aan dan normaal. Logisch, ik word een dagje ouder, maar dergelijke dagen had ik sinds mijn studententijd niet meer meegemaakt.
Toen wij afgelopen week voor het eerst in een half jaar weer echt aan de slag gingen had ik me dus voorbereid. Weken van tevoren beginnen met grotere afstanden lopen, rust pakken waar mogelijk en niet al teveel drinken. Ik wist wat er komen ging, mijn lichaam zou een tik krijgen door ongewend hard werk en stress. Toch toonde het vlees zich vele malen zwakker dan de geest toen mijn collega’s aan de waterkant bij ondergaande zon smeekten om ‘nog een flesje’. Ik had mezelf zo voorgenomen op tijd naar huis te gaan, maar… ach u kent het. Ik heb twee dagen lang op bed gelegen.
Een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen, dus het is duidelijk: Ezels zijn slimmer dan ik. Tegelijkertijd wordt gezegd dat ezels koppig zijn en dat herken ik dan weer wel in mezelf. Je hebt zo van die wijnen waar je het gewoon niet mee hebt. De stijl van de producent is niet die van jou, de wijnen raken je simpelweg niet. Keer op keer op keer. Mijn ezelkarakter laat zich dan het sterkst zien als ik toch weer die wijn wil proberen. Zou het dit keer wel smaken? Zeker wijnen met een grote reputatie, die moeten toch geweldig zijn? Ik denk dan ‘het zal wel aan het moment hebben gelegen, laat ik het nog maar eens proberen’. Des te vervelend is het dan dat die dure Bordeaux (Domaine de Chevalier bijvoorbeeld) maar voor een glas gedronken wordt. Geen slechte wijn, maar de wijn en ik zullen gewoon nooit vrienden worden. Te vaak geprobeerd, te vaak gestoten.
Maarja, dat koppige karakter blijft en ik weet zeker dat ik nog vaak een fles Chevalier open trek om mezelf het tegendeel van eerdere ervaringen te bewijzen. Heel af en toe ben ik echter blij met mijn koppigheid, mijn dwang om toch weer wijnen van en producent te proeven die ik afgezworen had. Zo kon mijn smaak nooit wennen aan het roestige ijzerachtige van de Bourgognes van Denis Bachelet. Tot ik weer een nieuwe jaargang proefde en er in 2014 ineens veel meer fruit en liefde in kwam voor mijn gevoel. Meer recent stopte Chanan Wisse van de Scheepskameel mij een glas Kühling-Gillot Nierstein Riesling onder de neus. Ik wist niet wat ik proefde. Kühling, dat was toch die saaie rechtlijnige overzwavelde Duitser die ik al zo vaak had geproefd? Niets was minder waar. Precies, floraal, bloemig, elegant, verfijnd. Fantastisch.
Ik hoop dat het nu klaar is met de lockdowns. Het hersenloze vullen van plastic bakjes en het gebrek aan persoonlijk contact is voor een actieve horecaman het equivalent van platgespoten achter de geraniums van een inrichting zitten. Ik zie vooral op tegen de hypothetische hernieuwde opstart en de onvermijdelijke kater achteraf. Zonder twijfel stoot ik me weer aan diezelfde steen (waarom heeft niemand ooit bedacht dat die twee uitdrukkingen helemaal niet samen gaan?). Het mooie is; als je je vaak genoeg stoot breekt ook de hardnekkigste steen.
Job Seuren