Lekker groen

In het begin werd biologische wijn gemaakt door lieve bevlogen geitenbreiers. Die hadden het beste met ons voor, en nog meer hielden ze van Moeder Aarde, maar van wijn maken hadden ze minder verstand. De meeste wijnen meurden als de wormstekige appeltjes en het birckenstockeelt van de reformwinkel.

Later ging het beter. De bioboeren leerden dat wijn maken een ambacht is, en langzaamaan, met vallen en opstaan en schade en schande en noest doorzetten, werden er niet alleen met liefde maar ook met kennis van zaken prachtwijnen geproduceerd. Zuiver, puur, eerlijk.

Helaas kregen ook diverse al te kiene lieden door dat er in biowijn een fijn verdienmodel zat. Bio, milieu, groen, bewust: dat verkoopt. Dus kleurde ook de grote wijnindustrie her en der groen. Mooi voor ’t milieu, maar niet altijd fijn voor de argeloze consument: ook van onbespoten druifjes uit een wijngaard zonder chemische bestrijdingsmiddelen kun je nogal kunstmatig smakende fabriekswijn maken. Best te hachelen, technisch correct, maar lopendebandwerk. Dertien-in-een-dozijn-wijn.

Kwalijker wordt het bij figuren die al dat biogedoe wat al te veel werk vinden, maar toch graag een graantje meepikken uit de ruif. Dat leidt dan tot flessen met prachtig proza op het achteretiket, over liefde voor Moeder Natuur, de bloemetjes en de bijtjes in de wijngaard, aloude tradities, ambacht, handwerk… zonder dat er ergens met zoveel woorden staat dat de wijnproducent in kwestie daar in de praktijk iets mee van doen heeft. 

Al rondrauzend op een roestige dieseltractor kun je behalve wolken DDT ook een rookgordijn verspreiden over je kwalijke bezigheden met wat ronkende taal over ‘aandacht voor de natuur’ - lees: aandacht voor de druiven waar je geld mee verdient door er zo goedkoop mogelijk wijn van te flansen - en ‘bewust werken in de wijngaard’ - lees: met kunstmest en bestrijdingsmiddelen zo goedkoop en efficiënt mogelijk aan een hoog rendement werken.

Menig consument die graag ook voor ze braaf naar de glasbak loopt met haar wijn wat wil bijdragen aan een betere wereld wordt het nu droef te moede.

Gelukkig zijn oprechte biologische wijnboeren makkelijk te herkennen. Aan biokeurmerken van serieuze overheidsinstanties, aan gedegen controleerbare informatie op websites van wijnproducenten, aan verhalen van importeurs die hun boeren bezoeken en zien hoe ze werkelijk werken, en aan De Groene Hamersma, die zulke zaken voor u nazoekt.

Zo drinkt u met plezier uw wit, rosé en rood voor een groenere wereld.

Nicolaas Klei

Bekijk hier alle artikelen van Nicolaas

Rianne Ogink: Handenvol biodynamische koeienpoep
“Some career choices led me to this”. Dat is wat ik dacht toen ik op een blauwe maandag gefermenteerde schijt uit 132 opgegraven koehoorns stond te peuteren.
Rianne Ogink: Een primeur in Bordeaux
Even voor een dagje geen student, maar weer als sommelier op pad. Heerlijk was het! Met het team van wijnkoperij Okhuysen mocht ik de fameuze ‘en primeur’ wijnen proeven op de rech....
Job Seuren: De invloed van geur in een restaurant
In de eerste les van elke basiscursus wijn leer je een ding als eerste: proeven doe je met je neus. Ben je verkouden en je ruikt niks heb je ook niks aan wijnproeven, want je proef....